Luna komt bij me voor didactisch onderzoek. Na een periode van thuiszitten, is de tijd gekomen langzaamaan weer te gaan kijken of en waar er onderwijs mogelijk is. Ik mag gaan kijken wat Luna nodig heeft als we haar weer een plek willen gaan geven binnen het onderwijs.
Luna is zeer sensitief, gevoelig voor sfeer, een zeer snelle denker, intelligent. Ze beschikt over een scherpe waarneming. Luna heeft ook behoefte aan duidelijkheid. Duidelijkheid over wat ik van haar verwacht. Dat vraagt van mij dat ik doe wat ik zeg en zeg wat ik doe. Dat ik echt ben, betrouwbaar en laat zien dat ik Luna wil zien en begrijpen. Zonder oordeel, vanuit oprechte belangstelling haar werkelijk te willen leren kennen.
Deze duidelijkheid is zo enorm belangrijk voor Luna omdat dit haar de veiligheid biedt die ze nodig heeft om aanwezig te kunnen blijven. In het verleden is ze vaak niet begrepen. Ze is toen zichzelf kwijtgeraakt. Hierdoor werd haar talent onzichtbaar, kon ze niets meer presteren en kwam ze thuis te zitten. Haar ontwikkeling liep vast. Vanuit rust en vertrouwen, mogen zijn wie ze is, kwam ze langzaam weer te voorschijn. Maar haar ogen vertellen mij dat ik zorgvuldig om moet gaan met haar. Haar blik vertelt me dat ze me observeert, checkt of ik oké ben, en van mij veiligheid nodig heeft.
We gaan aan de slag. Zoals altijd beweeg ik mee met de ruimte die er is. Als de spanning oploopt kijk ik of ik haar nog tot rust kan brengen. Lukt dat niet, dan gaan we pauzeren. Spelen is een interventie die heel goed werkt en ervoor zorgt dat we daarna weer verder kunnen. Niet met de opgave die teveel spanning opriep. Die noteer ik als nog te lastig, met de daarbij waargenomen reden. Wel met iets anders dat ik nog wil bekijken.
Vandaag gaan we rekenen. Het gaat heel goed totdat we bij de procenten komen. Ik geef Luna instructie. In eerste instantie snapt ze goed wat ik bedoel en lost ze de sommen op. Bij de daarop volgende opgave lijkt de vraag veel moeilijker, maar het verschil is maar klein. Luna blokkeert. Ze wil stoppen. Ik vraag of het goed is dat ik nog iets uitleg. Ze hoeft niet meer te rekenen. Als ze na mijn uitleg niet meer verder wil, is stoppen oké. Luna gaat akkoord. En dan gebeurt er iets. Tijdens mijn uitleg stel ik haar een vraag. Die vraag moeten beantwoorden betekent dat ze toch iets uit moet rekenen. Luna is er klaar mee en loopt mijn ruimte uit…….
Haar moeder zit erbij, kent dit gedrag en blijft rustig. Luna loopt niet ver weg, we vinden haar zo wel weer. Ik praat met haar over wat er gebeurde en heb op dat moment nog niet door waardoor het kwam dat ze wegliep. Ik heb wel door dat ik iets gemist heb. Haar moeder is blij dat het gebeurde omdat het wel laat zien dat er dus triggers zijn die dit gedrag oproepen.
Later die dag heb ik nog even contact met Luna’s moeder. Luna had heel goed kunnen vertellen waar het mis ging. Ik had gezegd dat ze niet meer hoefde te rekenen. En toen moest het toch! Ja, dat klopt, ik stelde die vraag! Ik had tijdens mijn uitleg haar die vraag niet moeten stellen. Natuurlijk overtrad ik niet bewust mijn afspraak. Voor mij horen vragen bij uitleg. Maar in deze situatie had ik dat niet moeten doen, want hiermee vroeg ik iets van haar, waarvan ik gezegd had dat ze dit niet meer hoefde te doen!
Wanneer Luna die keer daarop weer bij me komt bedank ik haar voor de les die ze mag gaf. Ik moet duidelijk zijn in mijn taalgebruik. Ik bied ook mijn excuus aan. Het was niet mijn intentie haar overstuur te maken, het spijt me oprecht dat ik dat wel gedaan heb.
Vraag ik haar om niet meer weg te lopen? Nee. Want ik weet, en zij weet, dat zij niet wegloopt als ik haar duidelijkheid en veiligheid bied. Haar vragen niet weg te lopen zou afbreuk doen aan mijn belofte van betrouwbaarheid en veiligheid. Ik ging de mist is, dus de bal ligt bij mij. En die pak ik, want ik vertrouw erop dat ik deze misser niet meer maak. En daar mag zij ook op vertrouwen. Dat is de afspraak!
Alle reacties:
17