Hoogbegaafd, je weet toch wat dat is? Of is de werkelijkheid toch complexer?
In juli 2011 verscheen in het tijdschrift GZ-psychologie een artikel geschreven door M.Frumau, prof. dr. J.J.L. Derksen, dr. W. Peters met als titel ‘Hoogbegaafdheid: het label voorbij. Hieronder een citaat:
‘Kinderen en jongeren labelen als ‘hoogbegaafd’ leidt tot misverstanden en is strijdig met actuele psychologische inzichten. De psychologische diversiteit onder ‘hoogbegaafden’ is indrukwekkender dan de overeenstemming en er is onvoldoende empirische steun voor ‘hoogbegaafdheid’ als afzonderlijke categorie. Feitelijk is het (nog) onduidelijk wat ’hoogbegaafdheid’ precies is en identificatie van ’hoogbegaafdheid’ door een intelligentietest alleen is niet mogelijk. Met deze stellingen willen we onderzoek naar ‘hoogbegaafdheid’ niet ontmoedigen, maar veel meer de nodige ruimte geven. We blijven voorstanders van het gebruik van een aangepast (leerstof)aanbod. Het stoppen met het labelen biedt wellicht meer kansen voor kinderen die op cognitief gebied sterk afwijken van het gemiddelde in hun directe omgeving, groep of klas. Wij richten de aandacht niet op een statisch label (‘hoogbegaafdheid’), maar accentueren het psychologisch proces, waarin kinderen hun vermogen en talent kunnen ontwikkelen naar een expertniveau. Dit door adequate stimulering en de actieve inspanning van deze kinderen zelf.’
Klik hier voor het hele artikel
Dit artikel is zeker het lezen waard. Het zou wanneer we op deze manier naar kinderen durven te gaan kijken binnen ons onderwijs zoveel ruimte geven. De werkelijkheid is nu dat we vaak houvast zoeken bij protocollen en intelligentietesten omdat we hopen dat meten weten is. Helaas voor velen is de praktijk anders. Hoeveel verder zouden we komen wanneer we in gesprek met ouders en leerling en door middel van observaties weer durven te gaan handelen. Dit vraagt wel iets van alle betrokkenen.
- Het vraagt een kritische blik naar het eigen referentiekader
- Het vraagt om de moed te durven toegeven dat je het af en toe niet weet
- Het vraagt om vertrouwen in de kwaliteiten van de leerling
- Het vraagt om vertrouwen in elkaar, ouders en leerkrachten dat we allemaal het beste willen
- Het vraagt om durf, om van gebaande paden af te wijken
- Het vraagt om oprechte betrokkenheid
- Het vraagt om hart voor het kind
- Het vraagt om de moed te durven falen
- Het vraagt om werkelijk kunnen luisteren zonder vooroordelen
- Het vraagt aandacht voor zowel de sterke als de zwakke kanten van het kind
- Het vraagt het kind niet te labelen aan de hand van één kenmerk, of dat label er onmiddellijk af te halen wanneer het even anders loopt.
- Het vraagt om meebewegen, volgen en begeleiden
- Het vraagt om vragen durven stellen en antwoorden kunnen horen.
Als we dat kunnen, zullen onze kinderen zich gezien en gehoord voelen. Zullen ze weten dat ze niet veroordeeld worden maar begeleid. Hebben we misschien niet altijd meteen oplossingen maar weet het kind dat het niet alleen staat en dat het mag zijn wie het is.
Ik durf, jij ook?