Wanneer we inhoud willen geven aan onderwijs voor (hoog)begaafde kinderen is het van belang dat we goed signaleren. Hoe kun je er nu voor zorgen dat je zo min mogelijk (hoog)begaafde kinderen over het hoofd ziet?

Bij aanmelding op school liggen er kansen. Iedere school vraagt van tevoren enige informatie op over de gezinssituatie en wat bijzonderheden t.a.v ontwikkeling. Vaak ligt er ook een verslag van een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal. Opvallend hierbij is dat hier vaak het accent ligt op eventuele achterstanden en problemen. Een voorsprong wordt zelden zo vermeld dat school denkt er wat mee te moeten. Dit komt doordat er dan gesproken wordt in termen van, hij praat al goed’, of, zij kent de kleuren al’. Het blijft dan bij losse opmerkingen. Als school krijg je dan niet meteen het idee dat dit kind over de hele linie wel eens voor zou kunnen lopen en je alert moet zijn.

Ik pleit voor een goede vragenlijst. Vragen die zo geformuleerd zijn dat ouders objectief meetbare antwoorden kunnen geven. Bijvoorbeeld:

  • Kent het kind al kleuren? Zo ja, welke?
  • Kan het kind al tellen? Zo ja, tot…..?
  • Heeft het kind al belangstelling voor letters? Zo ja, herkent het al letters? Welke letters?
  • Kan het al een beetje lezen? Zo ja, wat leest uw kind al?
  • Schrijft uw kind al woordjes?
  • Hoe is het contact met leeftijdgenootjes? Is het beter of slechter dan met oudere kinderen?
  • Welke interesses heeft uw kind?
  • Etc……….

De antwoorden op deze vragen zijn meetbaar. Voordeel hiervan is dat ouders geen uitspraak hoeven doen over of hun kind nu wel of niet slim is. Ze geven alleen antwoord op de gestelde vragen.

Dan is het belangrijk als school de antwoorden van ouders serieus te nemen. Nog vaak hoor ik dat een leerkracht eerst blanco zelf wil kijken. Juist dan kan het misgaan. Dan gaat de leerkracht het kind met de voorsprong als een gemiddelde leerling behandelen. Dit kind is slim, wil net als de andere kinderen doen wat de juf vraagt en lief zijn en gaat goed om zich heen kijken. Wanneer de andere kinderen dan minder ver zijn in hun ontwikkeling denkt deze leerling dat dit het gewenste gedrag is. Het resultaat is een leerling die volkomen naar de verwachting van de juf presteert. Ouders staan dan alleen met hun verhaal. De leerling zal in het beste geval een probleemloze, gemiddeld tot goed presterende leerling blijven die echter ver afstaat van wie hij of zij werkelijk is. In het slechtste geval zullen er problemen ontstaan op sociaal-, emotioneel- en/of leergebied.

Neem die kans bij binnenkomst. Ga vervolgens na 6 weken het gesprek aan met ouders om te kijken of ze hun kind nog herkennen in de beschrijving van de leerkracht. Laat het kind zien wat het kan, heeft het plezier op school? De eerste 6 weken zijn heel belangrijk, want binnen die periode kan de leerling zich al aan gaan passen.